|
||||||||
“To make people DANCE and ENJOY!!...“ Koko-Mojo Records is een divisie van Rockstar Records Limited, gevestigd in Cork, Ierland. Het doel van Koko-Mojo Records is heel simpel: dansbare muziek uit de jaren 1950 -onder de noemer Blues/ Rhythm & Blues- op vinyl uitbrengen! Hun compilaties zijn samengesteld door dj's en hun belangrijkste doel is om je te laten dansen! Rhythm and Blues (R&B) is de verzamelnaam voor de muziek van zwarten in de VS tijdens de jaren 1940/1950, waaruit later de doo-wop en rockmuziek is ontstaan. R&B is een begrip dat werd geïntroduceerd door het Amerikaans weekblad voor de muziekindustrie Billboard Magazine. Het blad werd 126 jaar geleden (in 1894 door William Donaldson & James Hennegan) opgericht als Billboard Advertising en wou het begrip “race music”, dat aanstootgevend werd bevonden, vervangen. Uit een allegaartje van uiteenlopende muziekgenres als gospel, boogiewoogie, jazz en blues ontwikkelde zich een nieuw soort van dansbare muziek, die eerst met het racistische begrip "race music" werd omschreven. De typische instrumenten van het genre waren de trompet, de saxofoon en de elektrische gitaar. Als dansmuziek loste de R&B de swing af. De belangrijkste vertegenwoordigers van het genre waren aanvankelijk T-Bone Walker, Muddy Waters en B.B. King. Zij werden opgevolgd door meer door de gospel beïnvloede musici als Aretha Franklin, Ray Charles en Wilson Pickett of door meer naar de rock 'n' roll neigende musici als Fats Domino en Chuck Berry. Koko-Mojo’s doelstelling geldt ook voor de R&B compilaties, waarbij opgemerkt dient te worden dat er een verschil is tussen de originele R&B (een term die uit de jaren 1940 stamt en die staat voor stevige, rauwe muziek) en de hedendaagse (een genre dat er wel wat van wegheeft, maar dat over het algemeen veel zoetsappiger is). “SOUTHERN BRED VOL. 15: I HATE TO SEE YOU GO” ‘Southern Bred Vol. 15 – I Hate to See You Go’ is de KM-CD #65 is opnieuw een Southern Bred release die door Little Victor aka DJ the Mojo Man werd samengesteld. Voor deze compilatie kon de Mojo Man rekenen op de hulp van de bekende Duitse dj en bekend gezicht in de muziekscene Mark Armstrong, die al sinds zijn vroege tienerjaren Dee Jaying is. ‘I Hate to See You Go’ is de derde Southern Bred-verkenning van de muziek uit Louisiana en de Crescent City, New Orleans. Gekende (Koko-Mojo) artiesten en nieuw geïntroduceerde artiesten worden op de compilatie gemengd, om een meer divers en gevarieerd aanbod van geluid te krijgen. Het album is, gezien het scala, ongetwijfeld gevarieerd. De nummers staan niet in chronologische volgorde, maar zodanig dat ze “passen” en een verscheidenheid aan geluid toevoegen. Gezien de tijd van de opnames kunnen het geluid en de stijl voor sommige artiesten veranderd zijn. Zoals altijd richt ook dit koko-mojo album zich op R&B, R'n'R, instrumentale pareltjes en uptempo bluesmuziek. Het album zou net als zijn voorgangers ook een zelf gecomponeerd album kunnen worden genoemd, want de meeste nummers zijn van de pen van de artiest. Het opgenomen materiaal creëert met o.a. Smiley Lewis (“Goin’ to Jump and Shout”, 1957), Oscar McLollie & His Honeyjumpers (“Take Your Shoes Off Pop”, 1954) en Roy Brown (dit keer met His Mighty Men) (“I Feel that Young Man’s Rhythm”, 1950) een echte "gumbo" aan muziek. Op Vol. 15 staan er twee solo-opnames: twee van de getalenteerde Richard Berry (“I Want You to be My Girl, 1960 – “Yama, Yama, Pretty Mama”, 1956) en één opname met The Lockettes (“Heaven on Wheels”, 1958), allemaal uit verschillende jaren van zijn carrière en een van de veelzijdige Tommy Ridgley (“The Girl Across the Street”, 1959). Hij keert deze keer terug met een R'n'R opname uit 1959. Clarence "Gatemouth" Brown (“Boogie Uproar”, 1953) levert een instrumentaal nummer af, dat ook door de Revival-band The Blue Cats in 1980 op hun titelloze album stond. Het ritme wordt verder uitstekend aangehouden door een reeks R&B-veteranen als: Rudy Green (“No Need of Your Crying”, 1953), Blinde Billy Tate and His Orchestra (“Love is a Crazy Thing”, 1953), Calvin Spears (“Come on Home”, 1959), Fat Man Matthews & The Four Kitten (“Later Baby”, 1952) en Jay Nelson and His Jumpers (“Raise Some San”, 1958). Zowel The Gondoliers (“You Call Everybody Darling”, 1958) als The Hawks (“Joe the Grinder”, 1954) hebben belangrijke lokale muzikanten in hun line-ups en de sleeve notes vertellen het verhaal. Twee R&B zangeressen sieren het album, Mickey Champion (“Good for Nothin, Man”, 1950) die jazzinvloeden heeft en Irma Thomas (“A Good Man”, 1960), die vanaf 1960 internationaal bekend werd met haar veranderende benadering van R&B. Het geluid op ‘I Hate to See You Go’ wordt verrijkt door de toevoeging van Rockin 'Blues, die aan het geluid een boost geeft en, dit door de opnames van Drifting Charles (“Evil Hearted Woman”, 1963), Lonesome Sundown (“I’m a Mojo Man”, 1958), Little Walter and His Jukes (“I Got to Go”, 1955), Guitar Grable and The Musical Kings (“Congo Mongo”, 1956) én “de” man die aan zoveel Excello-sessies heeft deelgenomen, Lazy Lester (“I’m a Lover Not a Fighter”, 1958). Hitmakers met wisselend succes zijn Edgar Blanchard (“Let’s Get It”, 1958), Ernest Kador (“Do Baby Do”, 1955) en Huey "Piano" Smith and His Clowns (“Don’t You Just Know It”, 1958). “KM-CD 65, ‘Southern Bred Vol. 15: I Hate to See You Go’ is een compilatiealbum met (opnieuw) 28 originele nummers uit de jaren 1940/1950 die staan voor stevige, rauwe en swingende R&B muziek. Het album archiveert een deel van de muziekgeschiedenis van vooral zwarte muzikanten in Amerika, dat de basis is van wat nu wereldwijd vele muzikanten aanvuurt om te spelen en vele muziekliefhebbers boeit…” (ESC – rootstime.be) Eric Schuurmans
01. Blind Billy Tate and His Orchestra Love: Is A Crazy Thing (Tate) 02:05 Herald 1953 – 02: Smiley Lewis: Goin’ to Jump and Shout (Bartholomew, King) 01:57 Imperial 1957 – 03. Edgar Blanchard: Let’s Get It (Ruffino, Blanchard) 02:28 Ric 1958 – 04. Drifting Charles: Evil Hearted Woman (Lavergne) 02:08 Lanor 1963 – 05. Little Walter & His Jukes: I Hate to See You Go (Jacobs) 02:19 Checker 1955 – 06. Oscar McLollie & His Honeyjumpers: Take Your Shoes Off Pop (Horn, Cuthera) 02:07 Modern 1954 – 07. Roy Brown & His Mighty-Mighty Men: I Feel That Young Man’s Rhythm (Brown) 02:53 De-Luxe 1950 – 08. Fat Man Matthews & The Four Kittens: Later Baby (Matthews) 02:39 Imperial 1952 – 09. Roy Montrell & His Band: That Mellow Saxophone (Marascalco, Montrell, Sandy) 02:23 Specialty 1956 – 10. Charles Williams with Paul Gayten Orchestra: So Worried (Gayten) 02:15 Checker 1957 – 11. Mickey Champion: Good for Nothin’ Man (Josea, Szabo) 02:17 RPM 1950 – 12. Richard Berry: I Want You To Be My Girl (Berry) 03:20 Paxley 1960 – 13. The Gondoliers: You Call Everybody Darling (Trace, Trace, Martin) 03:20 Ric 1958 – 14. Irma Thomas: A Good Man (Thomas, Johnson) 02:21 Ron 1960 – 15. Jay Nelson: Raise Some San (Shuler, Nelson, Redlich) 02:22 Hollywood 1958 – 16. Ernest Kador & His Band Do Baby Do (Kador) 02:11 Specialty 1955 – 17. Lonesome Sundown: I’m a Mojo Man (Miller) 02:24 Excello 1958 – 18. Clarence “Gatemouth” Brown: Boogie Uproar (Robey) 02:47 Peacock 1953 – 19. Little Walter & His Jukes: I Got to Go (Jacobs) 02:42 Checker 1955 – 20. Richard Berry & The Lockettes: Heaven on Wheels (Johnson, Taylor) 02:07 Flip 1958 – 21. Tommy Ridgley: The Girl Across the Street (Ridgley) 02:20 Herald 1959 – 22. Rudy Green: No Need of Your Crying (Green) 02:33 Chance 1953 – 23. Richard Berry: Yama, Yama, Pretty Mama (Berry, Joesa) 02:15 RPM 1956 - 24. Hawks Joe: The Grinder (Bartholomew, Gaines) 02:35 Imperial 1954 - 25. Lazy Lester: I’m A Lover Not A Fighter (Miller) 02:30 Excello 1958 - 26. Guitar Gable & The Musical Kings: Congo Mongo (West, Gable) 02:23 Excello 1956 - 27. Calvin Spears: Come on Home (Tyler) 02:41 Vin 1959 - 28. Huey “Piano” Smith and His Clowns Don’t You Just Know It (Smith, Vincent) 02:36 Ace 1958
|
||||||||
|
||||||||